Het laatste nieuws
Algemene voorwaarden
Algemene voorwaardenPrivacystatement
Klachtenregeling
De Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) en de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) hebben de Eerste en Tweede Kamer twee brieven gestuurd over hun interpretatie van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2017, ook bekend als de sleepwet.
De toezichthouders voeren geregeld uit eigen beweging overleg om tot een gelijke uitleg van de sleepwet te komen, ook wel "rechtseenheidoverleg" genoemd. Zodoende weten de AIVD en MIVD hoe de wet door de TIB en CTIVD worden geïnterpreteerd. Wanneer beide toezichthouders een gezamenlijk standpunt innemen, laten zij dat via een rechtseenheidbrief aan de Eerste en Tweede Kamer weten. Vandaag hebben de TIB en CTIVD twee van dergelijke brieven naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd.
De eerste brief gaat over de inzet van bijzondere bevoegdheden in het kader van de samenwerking van de AIVD en de MIVD met buitenlandse diensten. De sleepwet geeft de inlichtingendiensten speciale bevoegdheden voor het onderscheppen en opslaan van internetverkeer van de kabel, alsmede een uitgebreidere hackbevoegdheid. Als de diensten deze bevoegdheden willen inzetten moeten ze een verzoek bij de minister indienen. Wanneer de minister het verzoek goedkeurt, toetst de TIB of de toestemming door de minister rechtmatig is verleend.
Wanneer de AIVD en MIVD hun verzoek voor de inzet van bijzondere bevoegdheden motiveren moet ook de samenwerking met buitenlandse diensten worden betrokken, aldus de TIB en CTIVD. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer het de verwachting is dat verkregen gegevens worden gedeeld met buitenlandse diensten of de inzet van bijzondere bevoegdheden plaatsvindt om een buitenlandse dienst te ondersteunen. De rechtseenheidbrief legt uit onder welke omstandigheden dit van betekenis is voor de toetsing door de TIB.
De tweede brief gaat over de geautomatiseerde analyse van metadata die is verkregen door het uitvoeren van een tap. In de wet is vastgelegd dat de AIVD en de MIVD toestemming moeten hebben van de minister als zij personen of organisaties willen identificeren via de geautomatiseerde analyse van metadata die door het tappen van verkeer zijn verkregen. Deze toestemming wordt vervolgens getoetst door de TIB. Pas dan mag de bevoegdheid worden toegepast. De CTIVD ziet toestemming op de uitvoering.
De toezichthouders merken op dat dit onderdeel van de wet in de uitvoering in de praktijk complex is. De nu verstuurde rechtseenheid legt uit welk kader de TIB en CTIVD verbinden aan de uitvoering van deze bevoegdheid en hoe de AIVD en de MIVD dit moeten toepassen. Het gaat dan om zaken als het onderscheid maken tussen metadata en inhoud, het zo gericht mogelijk inzetten, het gericht identificeren van personen of organisaties, de werking van in te zetten tools en het motiveren in welke mate er inbreuk wordt gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de personen en of organisaties.
De Toetsingscommissie is nu zes maanden actief en vond het gezien de discussie rond de invoering van de sleepwet van belang om begin november verslag uit te brengen over haar bevindingen en werkzaamheden. Daaruit bleek dat de ministers van Binnenlandse Zaken en Defensie verschillende keren ten onrechte toestemming hadden gegeven voor de inzet van speciale bevoegdheden door de AIVD en MIVD.