Het laatste nieuws
Algemene voorwaarden
Algemene voorwaardenPrivacystatement
Klachtenregeling
Hoogleraar ‘Computing for Society’ Mirjam van Reisen van de Universiteit Leiden onderzoekt de toepassing van datawetenschap in ontwikkelingslanden. In de aankondiging van haar oratie toont ze meerdere voorbeelden van dataprojecten die bijdragen aan de ontwikkelingssociologie van die landen.
Reisen pleit voor big data-toepassingen die zijn opgebouwd uit lokale invoer van gegevens en geschikt zijn voor lokaal gebruik. Ze gaat ook in op de barrières die big data in de weg staan. Een opvallend verschil met de situatie in ontwikkelde landen is dat de belangrijkste tool in veel ontwikkelingslanden de mobiele telefoon is. In tegenstelling tot de pc en internet, die veel dunner gezaaid zijn, zijn mobiele telefoons vaak wijdverspreid. Ook de lokale en landelijke verzameling en analyse voor ‘eigen gebruik’ van overheden, maar ook beschikbaarheid van de data voor wetenschappers wereldwijd, zijn belangrijke bronnnen, stelt Reisen.
In haar oratie, die op 10 maart plaatsvindt, gaat ze onder meer in op de bestrijding van de ebola-uitbraak die in 2014 in Liberia begon. 'De westerse wereld trok zich pas wat aan van de epidemie toen de eerste besmette persoon in de Verenigde Staten arriveerde. Toen kon er ineens van alles. Het satellietbedrijf SES zette high tech in om de epidemie in Liberia, Sierra Leone en Guinee in kaart te brengen en zo mogelijk in te dammen. Geavanceerde wiskundige modellen moesten de verspreiding van de ziekte voorspellen. In mei 2015, na tienduizend doden van wie er vijfhonderd tot het medisch personeel behoorden, was de epidemie onder controle.'
Ze stelt dat alle high-tech middelen na het indammen van de epidemie net zo snel als zij waren gekomen, weer verdwenen, inclusief de verzamelde data. 'Met name de gezondheidszorg in Liberia bleef achter in een staat van ontreddering: zonder digitale ondersteuning en met een flinke bres in het personeelsbestand.'