Het laatste nieuws
Algemene voorwaarden
Algemene voorwaardenPrivacystatement
Klachtenregeling
Gebrek aan prioriteit, voldoende data, geschikte projecten en kennis of informatie over big data vormen de grootste hindernissen voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) om hiermee aan de slag te gaan. Ruim 75 procent van het kleinbedrijf en de helft van bedrijven tot 250 werknemers vindt big data niet relevant. Dit in tegenstelling tot organisaties met meer dan vijfhonderd werknemers, waar inmiddels 42 procent zich bezighoudt met big data-analyse.
Dit blijkt uit het Prinsjesdagrapport 2018 - van data naar daadkracht van Kantar TNO in opdracht van ABN Amro onder 614 mkb-organisaties. Volgens het onderzoek zijn bedrijven die effectief big data-analyse toepassen over het algemeen succesvoller. Met de enorme hoeveelheid aan gegevens kunnen ze hun producten en diensten verbeteren, klanten beter begrijpen en efficiënter werken. Deze bedrijven zouden besluiten baseren op feiten. Valkuilen, die intuïtie en vooroordelen met zich meebrengen, worden op deze manier vermeden.
Binnen het mkb wordt voor nu het nut van big data vooral gezien in het marketing- en verkoopproces. Zeker 26 procent van de ondervraagde mkb-bedrijven hebben big data in deze bedrijfsonderdelen geïntegreerd, gevolgd door de pre-sales waar het percentage inmiddels rond de 19 procent ligt. Het wordt veelal gezien als dé manier om een goed klantbeeld te schetsen, inzicht te krijgen in klantgedrag en markttrends te herkennen om zo de concurrentiepositie van het bedrijf te versterken. Voor de meeste hr-afdelingen lijkt big data met een magere 6 procent nog een ver-van-mijn-bed-show. Iets dat ook geldt voor de inkoop (7 procent) en aftersales (8 procent).