Het laatste nieuws
Algemene voorwaarden
Algemene voorwaardenPrivacystatement
Klachtenregeling
De politie gaat internetpesters vanaf vandaag meer op de hielen zitten. De represailles moeten hen tegenhouden om beschamend materiaal te laten circuleren via de digitale wereld die het leven van veel kinderen momenteel heel zuur maakt.
Het is snel gebeurd: die bikinifoto van je 15-jarige ex-vriendinnetje zo bewerken dat het net lijkt of ze geen topje aanheeft. Met nog één druk op de knop is het plaatje vervolgens naar de hele klas verstuurd. En het meest aantrekkelijke voor de rancuneuze dader is dat hij met autoriteiten weinig last zal krijgen, ze zullen hem moeilijk te pakken krijgen.
In Noord-Holland moet online pesten nu een stuk minder aantrekkelijk worden. De politie begint daar vandaag met een offensief tegen cyberpesters. Ze gaan notoire internetpesters verrassen met een bezoek aan huis. Ook moeten cyberspecialisten ervoor zorgen dat aangiften beter worden opgepikt.
„De scholen zijn weer begonnen. Bij een nieuw schooljaar verandert vaak de samenstelling van een klas en leiden nieuwe verhoudingen tot een piek in het pesten”, legt Fred Ootes uit, teamchef van de unit cybercrime. Het regionale project kan bij succes de opmaat zijn voor een nieuwe, landelijke aanpak.
’Cyberpesten’ is een groot probleem: ongeveer één op de tien Nederlanders krijgt ermee te maken volgens CBS-cijfers. Scholieren worden online gepest door bijvoorbeeld jaloerse exen, die allerlei privézaken en naaktfoto’s verspreiden via Facebook, Instagram, Snapchat, WhatsApp, YouTube en andere sociale media.
„Omdat het online gebeurt, bereikt de pester veel meer mensen en is de impact aanzienlijk groter dan bij gewoon pesten. Het is natuurlijk makkelijk: lekker vanachter je bureau mensen kapotmaken”, zegt Ootes.
Probleem is dat veel aangiften van cyberpesten stranden bij de politie. Concretere misdrijven hebben meer prioriteit en vaak ontbreekt het bij de reguliere agent aan kennis om een onderzoek starten.
Ootes: „Wij gaan als cyberteam de agenten in de basisteams helpen bij de onderzoeken, zodat aangiften beter worden opgepikt. Ze worden ook getraind in het stellen van de juiste vragen. Er is echt sprake van een inhaalslag op het gebied van internetpesten. Die is hard nodig. Te veel zaken belanden tussen wal en schip.”
De politie Noord-Holland gaat de meest notoire internetpesters ontmaskeren door ze thuis te bezoeken. „Je ziet aan de IP-adressen die worden gebruikt of er overeenkomsten zijn tussen zaken. Sommige zieke individuen hebben er lol in om anderen te stalken of te pesten. We gaan de notoire pesters thuis vereren met een bezoekje”, zegt Ootes.
Pesten an sich is niet strafbaar. Stalken, bedreigen, chanteren of smaad wel. De grens is soms flinterdun. Dat kan de aanpak bemoeilijken.
„Snel ingrijpen door een bezoekje kan effectiever zijn dan een langdurig onderzoek draaien en strafrechtelijke vervolging. Je haalt iemand uit de anonimiteit. Het afpakken van een computer of een telefoon is ook al een flinke straf. Of dat je ouders worden ingelicht.”
Ootes benadrukt de rol die scholen hebben bij het voorlichten van kinderen over gevaren bij het internetten. „Er zijn scholen die een digitaal paspoort verstrekken. Je krijgt die pas als je goed bent voorgelicht. Dat is een goed initiatief.”
Deskundigen zijn enthousiast over de verandering binnen de politie. „Het is goed dat de politie leert hoe ze sneller actie kunnen ondernemen bij gepest”, zegt Bamber Delver, gespecialiseerd in jeugd en media bij de Nationale Academie voor Media en Maatschappij. „Aangiftes stranden nu vaak omdat agenten niet weten hoe ze ermee moeten omgaan.”
Hij vertelt bovendien dat jongeren de politie uitlachen vanwege hun beperkte methodes. Het is belangrijk dat ook zij weten dat de politie cyberpesters harder aanpakt. „Bezoekjes thuis, afpakken van telefoons en computers, dat zijn dingen waar de pesters van schrikken. En dan helpt het als de politie laat zien dat de pakkans vergroot is met de nieuwe methodes.”
Ook Patricia Bolwerk, directeur van voorlichtingsplatform stoppestennu.nl is aangenaam verrast. Ze krijgt vaak klachten van ouders die meer steun willen van de politie, maar die niet krijgen omdat de politie zich geen raad weet met de specifieke problematiek van online pesten. Sommige ouders zien de situatie escaleren, Bolwerk: „één op de vijftig ouders vertelt me tijdens lezingen over zelfmoordneigingen van hun kinderen. Het pesten is dan zo erg dat ze het leven niet meer zien zitten. Daarom is het zo belangrijk is dat de politie begrijpt wat hun rol is bij het oplossen van online pesten.”
Bolwerk denkt dat de politie extra druk kan uitoefenen bij internetproviders en sociale media. Ze hoopt dat zo makkelijker te zien is in welke stad, of zelfs in welke straat nepprofielen van pesters zijn aangemaakt en welke contactgegevens ze daarvoor gebruiken. Daarnaast kan toekomstige emotionele schade worden ingeperkt. „Hoe sneller je een ip-adres achterhaalt, hoe sneller zo’n foto offline kan worden gehaald.
Bron: De Telegraaf